Pedagoog, ervaringsdeskundige, trainer, beleidsadviseur en schrijver
oftewel:
Een geleefde, ervaren, professionele expert binnen de jeugdzorg.
Wanneer we het hebben over betrekken, is niemand
betrokken.
Betrouwbare, liefdevolle ondersteuning is geen resultaat, maar een recht.
Wie is Lize
Lize is een expert in de jeugdzorg, met een uniek, diepgaand perspectief dat drie lagen omvat: ervaringsdeskundigheid, professionele pedagogische kennis, en beleidsvorming op overheidsniveau. Opgegroeid binnen de jeugdzorg, weet ze uit eerste hand wat kinderen en gezinnen doormaken. In 2021 kreeg ze officieel erkenning van Commissie de Winter (https://www.nji.nl/nieuws/compensatie-voor-slachtoffers-van-geweld-jeugdzorg).
Met een professionele achtergrond als pedagoog heeft ze bovendien de wetenschappelijke kennis en praktijkervaring om naast ervaring, ook professioneel te adviseren over complexe pedagogische vraagstukken. Ze wordt sinds jaar en dag gevraagd door organisaties zoals het NJI, Rino Zuid, het CCE als spreker, trainer en docent. Als adviseur voor de overheid heeft ze daarnaast ook inzicht in hoe de systemen werken op macro-niveau. Deze combinatie van ervaringsdeskundigheid, professionele expertise en haar beleidsmatige kijk stelt haar in staat om op ongekende wijze een visie mee te geven op de jeugdhulpverlening in Nederland.
Pedagoog Trainer
Ervaringsdeskundige
Beleidsmaker Schrijver
Spreker Out of the box Visie vormer
Ik inspireer, adviseer en train beleidsmakers, professionals en ervaringsdeskundigen binnen de jeugdhulpverlening in wezenlijke betrokkenheid
Op het congres voor GZ-psychologen, psychiaters en orthopedagogen in 2022 stelde ik een eenvoudige maar indringende vraag: wie van jullie zou op dit moment zijn of haar eigen kind, nichtje, neefje of buurjongen zonder aarzeling toevertrouwen aan ons jeugdstelsel, mocht dat tijdelijk nodig zijn? De stilte die volgde was veelzeggend; nauwelijks een hand ging omhoog.
Een jaar eerder sprak ik met de hulpverlener die destijds had besloten om mij als tiener in een volwassen opvang te plaatsen. Het gesprek was openhartig, en ik vroeg hoe zij dit ervaren had. Haar antwoord was eerlijk: “Met buikpijn,” zei ze. “Er waren te weinig plekken, en het besluit was al genomen dat je niet thuis kon blijven.” Toen ik haar vroeg of ze haar eigen kind daar zou hebben achtergelaten, volgde een stilte. “Nee, daar kwam die buikpijn vandaan.” En toch nemen we als professionals ‘objectieve’ beslissingen voor anderen, beslissingen die we voor onszelf of onze geliefden niet zouden nemen. Maar waarom doen we dat? Waar ligt onze loyaliteit? En: "Wie is hier eigenlijk de zorgmijder?"
Met die vraag opende ik in 2019 een training voor een groep orthopedagogen. De titel wekte behoorlijk wat opschudding: mooi!
Laten we eens goed stil staan bij dat woord, stelde ik toen. Het moeilijk vinden om hulp te aanvaarden – kennen we dat zelf ook? Of uit contact gaan wanneer we teleurgesteld zijn of zaken niet lopen zoals verwacht? Wat maakt ons dan geen zorgmijder, en een cliënt wel? De zaal bleef stil.
“Het draait om niet meewerken,” zei uiteindelijk iemand. “Om weerstand,” voegde een ander toe.
Juist, knikte ik. Maar is er in die weerstand geen gemis aan verbinding? Voelt een systeem geforceerd aan, dan ontbreekt de natuurlijke samenwerking. Heb jij je al ooit intrinsiek gemotiveerd gevoeld door iemand die jou probeerde te forceren?
Werken wij als sector misschien tegen natuurlijke principes in? Wanneer wij ons niet met respect en nederigheid opstellen binnen de complexe dynamiek van een gezin, zijn we niet aan het ondersteunen, maar aan het forceren. Misschien zijn wijzelf dan wel de échte zorgmijders.
Diverse wetenschappelijke benaderingen benadrukken dat complexe systemen, zoals ecosystemen en menselijke processen, niet gedwongen kunnen worden, maar zich op een organische manier ontwikkelen. Ook chaos is een vorm van orde (Jan Rotmans, hoogleraar Transitiekunde). Het principe van emergentie en zelforganisatie onderstreept dat geduld en respect voor natuurlijke ritmes cruciaal zijn. Waar onze rol om draait, is begeleiden en ondersteunen – niet beheersen of sturen.
Hoewel we vaak spreken over een systemische kijk op gezinnen, is ons stelsel verre van gebouwd op deze principes.
Stel dat we werkelijk handelen in dienst van het geheel en een gezonde samenleving, op basis van het principe: “Hoe wil ik zelf benaderd worden?” – hoe anders zouden we dan met gezinnen werken die hulp nodig hebben? In plaats van hen op afstand te plaatsen, zouden we werken met wat onze intuïtie ons ingeeft, gecombineerd met de stevige pedagogische visie die er in richtlijnen al besloten ligt.
Het verbaast Lize al sinds jaar en dag dat zowel professionals als beleidsmakers binnen de overheid zien dat er niet conform richtlijnen en beleid gehandeld wordt en er toch, als een razende trein, door gedonderd wordt. Op veel lagen kunnen we fundamentele vragen aan elkaar stellen. Lize doet dat al langere tijd samen met professionals, beroepsgroepen en beleidsmakers. Denk aan:
"Waarom brengen we gezinnen richting een jeugdbeschermingsonderzoek wanneer onderwijs of jeugdhulp niet toereikend zijn (het stelsel kan niet bieden wat er nodig is) en er zorgen zijn." Moeten we eerst niet alles zelf op orde hebben voor we ingrijpen op zo'n fundamenteel niveau?
Waarom zijn er naast pleeggezinnen nog steeds zoveel wisselingen in opvangplaatsen en gezichten voor gezinnen, terwijl we zelf pretenderen in te grijpen omdat er een gebrek aan stabiliteit en voorspelbaarheid in een gezin is?
Uiteindelijk draait het natuurlijk vooral om:
Hoe kunnen we samen een werkelijke verandering realiseren in onze werkwijze die recht doet aan de verbindingen binnen gezinnen, tussen kinderen en hun families?
Doen we dat door mede te delen, of te helpen helen? Door te inspireren of te forceren? Door in te grijpen of aan te reiken? Ja, soms is het beide.. Maar laten we vanuit ons hart blijven kijken: het werkt op dit moment veelal gewoon niet zo in onze jeugdhulpverlening, het hangt te veel af van de persoon die voor je staat.
Wezenlijke betrokkenheid getuigt van compassie, begrip, flexibiliteit, betrouwbaarheid en respect voor de omstandigheden, processen en onderlinge relaties binnen systemen. Het is een kunst daar ondersteunend in te zijn en onze plicht daar niet overheersend in te zijn, alleen in de meest uiterste gevallen. En ook dan horen we ons de vraag te stellen: is deze keuze minder beschadigend en kunnen we meer bieden dan de gezinnen zelf en hun omgevingen?
Laten we niet alleen die wezenlijk betrokken hulpverlener zijn, laten we er het wezenlijk betrokken stelsel van maken!
Lize
Klanten &
Samenwerkingen
Samenwerkingen & lidmaatschappen